04 - Alpes de Haute Provence (regio: Provence-Alpes-Côte-d’Azur)
Alpen en Provence vloeien samen in dit vierde departement, dat nu eens niet naar een rivier vernoemd is, maar naar de bergen. Er is wel veel keus aan rivieren, want er stromen er best veel, waaronder de Durance, Var, Ubaye en Verdon.
Vanuit het noorden rijden de meeste mensen de Alpes de Haute Provence binnen via de route Napoléon en Sisteron. Meteen één van de mooist gelegen plaatsjes langs de Durance met een citadel op de ene hooggelegen oever en aan de andere kant enorme schijfachtige rotsen, die verticaal tegen elkaar aanschurken. Sisteron wordt ook wel poort naar de Provence genoemd. Prachtig om dat ook zo te voelen. Ik heb me in 2017 en in 2020 weer eens gewaagd aan een stuk van die grillige Napoléonroute door de Alpen met mijn Fiat Cinquecento van respectievelijk 19 en 22 jaar oud. Wel pas nadat ik mij had verzekerd dat mijn boodschappenboef inclusief volledige kampeeruitrusting, dat wel aan zou kunnen.
Ietsje verderop naar t zuiden, krijg je een splitsing naar bijvoorbeeld Digne-les-Bains (op ca. 1150 km van Gouda), nog steeds Route Napoléon en inmiddels N85. Of je rijdt via dorpje Lurs met het bisschoppelijk zomerverblijf van Sisteron, bisschopspad met bidkapelletjes en een priorij, naar Manosque. Deze stad is de grootste plaats van dit departement met ca. 22.000 inwoners. We kwamen hier op de camping terecht in 2020 in een door noordenwind gedomineerde laatste week van september. We waren op zoek naar mooi weer, wat we dus zelfs in het zuiden niet vonden. Behoorlijk koud dus en doorslaggevend om toch maar eens een kacheltje aan te schaffen voor in de tent. Ik vond Manosque verder niet heel bijzonder (maar misschien kwam dat door de kou).
Sisteron was voor ons ook altijd die plaats, waar je hooguit voor een foto even stilhield, maar in diezelfde week hebben we de plaats en de bovenop gelegen citadel eens uitgebreid onderzocht. Een fantastisch mooi fort met prachtige vergezichten over de omgeving, de rotsschijven en rivier Durance.
Digne is de departementale hoofdstad (préfecture), ligt op 1150 km van Gouda en is een kuuroord, zoals “les-Bains” doet vermoeden. Ook bekend van “Les Miserables” en het “lavendelcarnaval”. Hoofdstad van gezondheid en van de lavendel met leuke nauwe straatjes in de oude bovenstad.
Ook kan je hemelsbreed rechtdoor, als je op de eerdergenoemde splitsing niet wil kiezen. En dan kom je de Rochers des Mées tegen. Ook wel les Pénitents des Mées genaamd. Dit zijn zuilvormige rotsen van ruim 100 meter hoog, die volgens een plaatselijke overlevering versteende monniken zouden moeten zijn. Best bijzonder!
Parapente liefhebbers kunnen terecht in St. André-les-Alpes, dat aan het mooi gelegen Lac de Castillon ligt. Ik heb er in 1991 een prachtige vakantie gehad met mijn Mechelse herdershond Djarba (een Berger Malinois), die vooral hield van springen en zwemmen achter zijn frisbee aan. En dat leek dan weer een beetje op parapente. Ik weet niet meer op welke camping we toen stonden, maar in 2017 kwam ik alleen maar een onaantrekkelijk en saai exemplaar tegen en bovendien was de benzine op (het zal eens niet in Frankrijk) in St. André, dus zijn we verder gereden naar Castellane.
Als je deze plaats nadert vanuit het noorden over de route Napoléon heb je zo'n enorm mooi en wijds panorama, van waaruit je het stadje eerst in de diepte ziet liggen en terwijl de weg zakt, lijkt het of Castellane stijgt. Fabelachtig!
Het is een gezellig plaatsje aan de Verdon met een enorme rots, waarop kapel Notre Dame du Roc ligt te shinen. Wij stonden in 2017 op camping Le Fréderic Mistral, met een prachtig uitzicht op die Roc. En dat was vooral heel mystiek, toen het een keer mistig was en je alleen die kapel te voorschijn zag komen. De camping was verder niet heel erg bijzonder, maar je stond wel in twee minuten in het centrum van Castellane. Ook wel eens leuk! En de wandeling naar die kapel heb ik ook voor het eerst gedaan. Een marteling voor rokers, gelukkig was ik net gestopt. En je moet wat over hebben, voor een geweldig vergezicht.
Vanuit Castellane uiteraard naar de machtige Gorges du Verdon, die voor de helft op het grondgebied van de Var (83) liggen, evenals het lac de Ste. Croix. Wij deden eerst de indrukwekkendste klovenroute in de Var richting Aiguines en werden daarvoor gestraft. Mijn Fiatje, die het al zo goed gedaan had, besloot dat de motorventilator zijn beste tijd wel gehad had. Uiteraard was het die dag bloedheet. Gelukkig is de ANWB mijn beste vriend en na ruim een uur naar het mooi gelegen Aiguines en het daarachter gelegen lac de Ste. Croix te hebben gestaard, werden wij gered door een monsieur met een sleepwagen, die ons naar een Renault-garage in Moustiers-ste-Marie bracht. Gelukkig wilden wij daar ook heen, dus dat kwam goed uit. De garagiste zou zijn uiterste best doen om het onderdeel (stekkertje) nog te bemachtigen op deze prachtige vrijdagmiddag voor Pinksteren, anders moesten we maar een taxi 45 km terug nemen of een hotel voor het (lange) weekend! Pfffff....
Een beetje ongemakkelijk hebben wij de wachttijd uitgewandeld in mooi Moustiers. Dit plaatsje heeft ook weer een legendebijdrage in de vorm van een ster, die bij een kapel tussen de rotsen hangt. Om half vijf, werden wij weer verwacht bij de garage. En, wonder boven wonder, hij was gemaakt. Niet met een nieuwe stekker, maar wel met een onderdeel van Renault. Kennelijk bijt dat Fiat niet. Maar dàt, wisten we een paar dagen later pas zeker.
Doordat vervolgens op de 04-route langs de Gorges du Verdon een koud noodweer losbrak, heb ik dus niet kunnen testen of de ventilator het weer deed.
Eigenlijk durfde ik niet zo ver te rijden, dat hele Pinksterweekend. Pas daarna werd het weer heet en doorstond de ventilator de test.
Entrevaux is een niet te missen plaats met de citadel op een rots langs de rivier de Var. Eveneens van bouwmeester Vaubans hand is Colmars. Deze plaats ligt knus tussen twee mooie forten in. Allos en het hoogst gelegen grootste meer van Europa, lac d'Allos zijn ook zeker de moeite waard. Dit is gelegen in het noordoostelijke puntje van de Alpes-de-Haute-Provence nabij Italië. Daar ligt ook Mont Pelat en deze is ruim drie km hoog en de hoogste van dit departement. Die laatsten staan nog op de to-do-list.
Op de mooiste en minst koude dag van die koude week in september 2020 deden we een rondrit via het plateau van Valensole. We verzamelden hier bijna drie jonge hertjes op de motorkap. Overstekend wild, het gebeurd dus echt! Geschrokken reden we iets langzamer verder over dit beroemde plateau, waar in juni de paarse lavendel welig tiert, maar waar in september slechts de restanten in keurige lange rijen te zien zijn. Daarna was het historische plaatsje Riez aan de beurt, we bezochten hier een stuk van een Romeinse tempel, een paar pilaren. In Ste-Croix-du-Verdon genoten we op een terrasje van een drankje en het schitterende uitzicht over het blauwe meer. Zowel in Allemagne-en-Provence (Duitsland?) en Gréoux-les-Bains fotografeerden we een kasteel. Die laatste was een ruïne en stamde uit de tijd van de Tempeliers.
Na vier nachten moesten we weer richting huis. We hadden maar een week en eigenlijk hadden we veel te veel kilometers gereden door die kou in dat beroerde jaar 2020. Maar we wilden toch ook graag onze nieuw aangeschafte oppomptent uitproberen. Bovendien was ik zo blij dat ik mijn geliefde Frankrijk weer mocht en kon zien. Plus dat ik me ook even zo heerlijk vrij voelde, buiten het benauwde beleid in Europa, dat die vele kilometers me niets konden schelen.