50 Manche (regio Normandië)

 

Ik ben een groot fan van Normandië! Maar het is wel een heel grote regio in het noordwesten van Frankrijk en die bestaat uit vijf departementen. Onmogelijk dus om als werkende mens uit Holland, alles gezien te hebben. Zo heb ik Manche, dat een behoorlijk eind in het Kanaal (350 km kustlijn) uitsteekt, nog niet ontdekt. Of toch wel? Jawel, in n zuidwestelijke punt, bijna tegen Bretagne aan, ligt een heel klein rotseiland. Een schiereiland dat dagelijks ook eiland is en misschien ooit in zee dreigt te verdwijnen, al hoor of lees ik daar nooit meer wat over. Mont St. Michel, wie is er niet geweest?

Je kan ook zeggen dat het een getijdeneiland (of waddeneiland) is, want bij eb kan je er naar toe wandelen en bij vloed kan je roeien. Maar dat deed je nog in de vorige eeuw. Tegenwoordig is er een brug aangelegd, compleet met pendelbussen vol toeristen. Vind ik persoonlijk jammer, want het was zo leuk om in de modderige baai te lopen naar Mont St. Michel en dat vond onze Mechelse Herderpup Djarba ook in 1990. Bij de ingang van Mont St. Michel waren ze het daar niet mee eens, we mochten niet naar binnen met onze ‘muddog’. Het interieur van onze auto heeft het even later ook niet droog gehouden ;-)

In 2021 hebben we de buitenkant bij eb en optrekkende mist geïnspecteerd. Dit leverde mooie plaatjes op in de vroege ochtend. Ik denk dat we er rond 9:30 waren, dus waren er nog weinig toeristen. Dus konden we ook rustig binnen gaan kijken in de middeleeuwse abdij die, naast wat huizen en andere religieuze gebouwen, op dit rotseiland is gebouwd. In 1972 zullen we er met de familie vast wel in geweest zijn, maar dat kan ik me niet herinneren. Wel weet ik dat we in 1996 op een afstandje keken naar de met trappen bestraatte stegen (trapstraten) en de krioelende mensenmassa zagen. “Laat maar”! Het is één van de drukste toeristische trekpleisters van Frankrijk èn ook nog eens Unesco Werelderfgoed. Maar rond half tien in de morgen is het goed te doen en krijg je een goede indruk van deze heilige rots en zijn zanderige en/of natte omgeving. De baai van Mont St. Michel heeft de grootste getijdenverschillen van Europa en dat kan oplopen tot 15 meter. Ik ben er altijd erg door geïntrigeerd. Machtig mooi! Wel uitkijken voor drijfzand.

Avranches is een stad even ten oosten van het rotseiland en huisvest een museum dat de manuscripten van Mont St. Michel bewaard. De botanische tuinen zijn ook de moeite waard.

St. Lô helemaal in het oosten is de préfectuur van Manche en ligt op 700 km van Gouda. In 1944 werd deze stad volledig vernield tijdens de landing van de geallieerden. Maar ondanks dat staat de ommuring nog steeds mooi boven de vallei van de rivier de Vire. Coutances (13e-eeuwse kathedraal) in het westen werd toen tijdelijk de hoofdstad. Zo’n 10 km onder St. Lô, staan de Rochers de Ham fier te zijn, eveneens boven de vallei van de Vire met een enorm mooi uitzicht over de rivier en het omliggende vlakke land met fijne wandelpaden. Cerisy-la-Foret in een oostelijk puntje ten noordoosten van de hoofdstad is een leuk dorpje met een pracht van een abdij, daarnaast ligt een enorm bos op de departementale grens, leuk om wandelend of fietsend te ontdekken.

Utah Beach is het meest westelijke landingsstrand van de invasie en ligt hemelsbreed ca. 40 km boven St. Lô. De landingsstranden heb ik in de jaren ‘90 wel eens bezocht, maar dat deden we vanuit Honfleur, dus Utah Beach was net te ver. Ik dacht toen nog, dat komt nog wel eens. Want ook de daarachter gelegen plaats Ste. Mère-Église heeft een onuitwisbare indruk op mij achtergelaten na het zien van een film over de invasie in ’44. Een parachutist bleef toen hangen aan zijn parachute aan de toren van de kerk.

Valognes, 16 km hierboven, wordt ook wel het kleine Versailles van Normandië genoemd. Hier vind je twee musea gewijd aan de Normandische drankjes Calvados en Cider.

Op het noordoostelijke puntje heet het Pointe de Barfleur. Een mooie landtong in een natuurgebied met vuurtoren boven het pittoreske vissersdorpje Barfleur.

Cherbourg-en-Cotentin is een gezellige havenplaats en - maar dat wisten ze toen nog niet - laatste pleisterplaats van de Titanic. Je kan hier naar les Îles Anglo-Normandes vliegen. Oftewel de Kanaaleilanden Guernsey, Alderney, Sark, Chaussey en Jersey. Varen kan ook, op meerdere plaatsen vanaf het schiereiland Cotentin, zoals dit deel van Manche ook genoemd wordt.

Als je dan verder rijdt hier in het noorden, richting Cap de la Hague, kom je nog wat kastelen tegen. Deze kaap is het meest noordelijk gelegen in Manche. Je kan hier mooi wandelen en komt dan nog wat andere interessante kapen tegen zoals Nez de Voidries en Nez de Joubourg.

We zakken weer verder naar beneden langs de westkust en komen aan in Barneville-Carteret en Carteret met zijn mooie stranden. Ook hier weer een prachtige Cap de Carteret.

Richting Coutances komen we een Abbatiale tegen in Lessay, een prachtig uniek Romaans klooster, geheel herbouwd na de verwoesting in de oorlog.

Na Coutances gaan we via de D971 op weg naar Granville in het zuidwesten aan de kust. Granville wordt ook wel het Monaco van het noorden genoemd. Het mooie historische centrum, de leuke (jacht)haven en het Pointe du Roc is overgoten met grandeur.

Voor de liefhebbers zijn er nog een paar abdijen (de la Lucerne en de Hambye) in het westen, maar ook verspreid over La Manche en vooral in de noordelijke helft, liggen diverse kastelen. In het zuiden van dit langgerekte departement moet je zeker ook nog het mooie Vallée de la Sée zien. Met daaronder het interessante plaatsje Mortain-Bocage. Dit is met zijn 2 rotsen, waterval, kapellen en 13e eeuwse kerk, de poort naar een deel van het Parc Régional Normandie-Maine. Genoeg te doen dus!