15 - Cantal (regio: Auvergne-Rhône-Alpes)

 

1050 km vanaf Gouda: ik ben neergestreken in de regio Auvergne-Rhône-Alpes, iets preciezer in de streek Auvergne en nog gedetailleerder in de Cantal. Vernoemd naar Les Monts du Cantal, in het Centraal Massief, die ontstaan zijn uit een enorme stratovulkaan (de grootste van Europa), die het gelukkig al heel lang niet meer doet. Het landschap is dus kegelvormig met steile hellingen, gevormd door oeroude explosieve uitbarstingen en ligt op minimaal 500 meter boven zeeniveau, maar het gemiddelde is hoger. Het is een groen land dat ook nog eens uitgesleten is door, vooral ijstijdse, gletsjers en het is prima geschikt voor wandelaars, fietsers, skiërs, zwevers en panoramagenieters. En men maakt er Cantalkaas, een harde rauwmelkse kaas, waarvan ik liefhebber ben.

Ik ken de Cantal van het prachtige hooggelegen St. Flour (bezocht in 1987). La Ville Haute in St. Flour bezit stadsmuren die zijn opgetrokken uit zwart lava en is een middeleeuws vestingwerk. Kathedraal St. Pierre is eveneens gebouwd van zwarte lavastenen. Op het Terrace des Roches heb je een mooi panorama over de benedenstad en over het gebergte Margeride in het zuidoosten. Ook is er een voormalig bisschoppelijk paleis uit de 17e eeuw.

In 2015 zag ik het nabijgelegen Viaduc de Garabit (van meneer Eiffel) over de rivier de la Truyère liggen, terwijl we pauzeerden op de enige echte snelweg A75 in het oosten van Cantal. Ik ben in 1988 en 1992 door Mauriac en Aurillac heen gereden op weg (D922) naar andere Franse bestemmingen en herinner me woest en groen landschap. Et …... c' est tout! Je zou toch denken, dat ik hier wel wat uitgebreider geweest zou zijn! Of toch wel? Ja toch! In de toekomst heb ik hier een weekje gekampeerd ;-)

Rob en ik kiezen voor de gemeentecamping in Murat op ca. 25 km ten noordwesten van St. Flour. Murat ligt 'n beetje centraal in dit departement en op 900 m. hoogte, dus ik denk dat een weekje in juni qua nachtkou wel kan met onze tent. En dat is niet overdreven, want ik ben al eens eerder in Auvergne door nachtelijke vrieskou overvallen. Ok, dat was half mei, maar toch brrrr! Murat is een middeleeuwse plaats en lijkt me een goede uitvalsbasis om de Cantal te ontdekken. Je kan er alle kanten op en het plaatsje zelf is ook sterwaardig, met een kerk, kasteel en Rocher de Bonnevie dat fier boven het dorp uitsteekt. Èn het ligt ook nog eens in het Parc Naturel et Régional des Volcans d' Auvergne. Er is zelfs een treinstation met verbinding naar Parijs. Vanuit Murat rijden we langs de rivier de Alagnon naar Massiac in het noordoosten. We picknicken daar op de rand van een klip bij kapel Ste. Madeleine met 'n grandioos uitzicht op Massiac en de riviervallei. We moeten ons ervan losrukken om vervolgens een klein stukje A75 te pakken, die hier overigens gratis is, richting het zuiden. Bij St. Flour gaan we eraf en proberen de D40 te vinden naar La Barge,  Chauteau d' Alleuze, dat vanaf een heuvel heel goed te zien is. Dit kasteel ligt te pronken in de buurt van het stuwmeer dat men in de rivier de Truyère heeft aangelegd, waar ook Viaduc de Garabit overheen loopt. Aan de overkant maakt het Belvédère de Mallet op ruim 800 m. hoogte het plaatje compleet. Magnifique!

De volgende dag gaan we al vroeg op jacht naar watervallen. In het midden van Cantal loopt de D62 vanuit het Noorden, naar vulkaanland. Vanuit Murat komen we daar via de D3 en D680 richting westen. In de Vallée de Cheylade komen we onderweg twee watervallen tegen, waarvan Cascade du Sartre de mooiste is. Als je die ziet, begrijp je wel dat watervallen een inspiratie kunnen zijn voor bruidssluiers.

Op een kruispunt volgen we de D3 weer verder noordwaarts en komen een kasteelruïne tegen, Apchon. Verderop bij Riom-es-Montagnes proeven we het plaatselijke aperitief Avèze, gemaakt van gentiaanwortel. We zijn dan in Pays Gentiane, het land van prachtige ongerepte bergweiden, meren, bossen en watervallen. En van Avèze dus. Het smaakt mij wat minder, ik hou wel heel erg van kruiden, maar alleen als deze vers of gedroogd zijn en niet als ze bitter en verdronken zijn in 20% alcohol ;-)

Verder naar het westen staat in Auzers nog een compleet kasteel. Mauriac in het zuidwesten dankt zijn oorsprong aan een middeleeuwse abdij. Helaas zijn deze gebouwen omgetoverd tot woningen en kantoren. De stad wordt geëtaleerd  als belangrijke marktstad en winkelcentrum en heeft ook nog een marmergroeve.

Iets verder naar het zuiden komen we  Salers tegen. Eén van de “les plus beau villages” in France met nog geen 400 inwoners. Beroemd om een eigen AOC-kaas, die lijkt op de Cantalkaas. En  ze hebben er ook Salerskoeien, die lekkere strakke en sappige billen hebben door het vele klimmen in de omgeving van Salers. Het dorp noemt zichzelf een “zwarte diamant op een groen tapijt”. Ik spreek het niet tegen, met een mond vol op het terrasje van Restaurant La Poterne. We eten een portie achterwerk van het Salersrund. Heerlijk! Het is al bijna donker, als we veel later, de camping van Murat weer oprijden.

Op de vierde dag bezoeken we de Prefectuur en tevens hoofdstad van de paraplu's, Aurillac (met burcht, smalle oude steegjes en oud centrum) in het zuidwesten. Maar voordat we Aurillac bereiken langs de N122, doen we nog wat andere indrukken op. Zo bezoeken we Pas de Cère vlakbij Vic-sur-Cère. Dit is een glaciale sluis met waterval in de rivier de Cère. Het is hier flink klimmen en dalen, maar zeer indrukwekkend zo tussen de 30 meter hoge kliffen!  We bezoeken ook het, beetje lugubere, Rocher des Pendus, met een mooi uitzicht over Vic. Dit was dus een plaats van executie in de middeleeuwen.

Helemaal in 't westen vinden we Laraquebrou. Met een compleet kasteel bovenop en karaktervol gelegen aan de Cère. Eveneens in het westen staat het tweesterren kasteel van Anjony in Tournemire mooi te wezen. In de zuidoostpoot van Cantal treffen we op het plateau van Aubrac en langs de D13 St. Urcize aan. Een stadje op 1000 m. hoogte met middeleeuws karakter en het was ook in die tijd al een bedevaartsetappe. Iets verder naar 't noorden aan de D921 ligt Chaudes-Aigues. De naam zegt het natuurlijk al: warmwaterbron. Zeg maar gerust heet, want met 82 graden C. is het zelfs één van de heetste van Europa. Het water werkt goed tegen reuma o.a.

Op de laatste dag trekken we westwaarts vanuit Murat via de N122 naar het wintersportgebied en hart van Cantal. Le Lioran en Super-Lioran (60 km aan skipistes), een leuk alternatief voor de Alpen. Geschikt voor beginners en bijna-gevorderden. Maar dat is in de winter. In de zomer doen de kabelbanen het ook en dan kun je mooi wandelen tot aan de top van Plomb du Cantal op bijna 1600 meter hoogte. Uiteraard bezoeken we ook Puy Mary op 1783 m. hoogte, Puy de la Tourte (1704 m.) en Puy Griou (1694 m.). De D680 die naar en van Pas de Peyrol loopt, gaat over de toppen van de Cantal en is daarmee de hoogste doorgaande weg in het Centraal Massief. Er wordt door mijn Michelinvriend wel gewaarschuwd voor zeer smalle en steile wegen! Maar dit alles is echt heel erg de moeite waard. Vergeet ook niet de Vallée de la Jordanne langs de D17 en de Route des Crêtes, D35 richting Aurillac. En ook leuk: de Cirque de Falgoux aan de D680. We komen ogen en tijd te kort in nummer 15!