12 - Aveyron (Occitanië)

De Aveyron heeft als hoofdstad Rodez en die plaats ligt op ongeveer 1100 km van mijn woonplaats Gouda. Het is één van mijn lievelingsdepartementen en het is door mij (en mijn steeds wisselende gezelschap) zeker 10x bezocht. Sowieso was ik daar in 1970, 1986, 1987, 1988, 1992, 2015 en 2018. Altijd met tent of tentje en heel soms met caravan hebben we op verschillende campings in uiteenlopende plaatsen gestaan. We hebben heel veel leuks en ook wat spannende dingen meegemaakt.

Om maar met die caravan te beginnen, het was halverwege de jaren '70, dat mijn vader opeens, na jaren kamperen met een tent, een tweedehands (kan ook vijfdehands zijn geweest) caravan aanschafte. Het was een kleintje voor maximaal drie personen. Mijn ouders sliepen er in en mijn twee broertjes en ik nog steeds in een tent. We noemden het oude sleurhutje Calimero.

1977: Onderweg in de Aveyron hoorden we in Séverac-le-Château (nu Séverac d' Aveyron) een gekraak achter ons. We draaiden onze hoofden en keken tot onze grote schrik tegen de onderkant van Calimero aan. Hij bleek van zijn as afgebroken te zijn en was naar achteren geklapt. Gelukkig werd er een goede lasser gevonden in Séverac.

Later werd er nog door mijn oudste broer een ruit ingegooid met een voetbal. Het ding had nog glazen ruitjes! En mijn pa had er ook al een keer een deuk ingereden, omdat hij even vergeten was, dat er een caravan achter de auto hing, terwijl hij een heel smal straatje in reed. Dit was het laatste jaar voor Calimero, hij werd thuis in de grote achtertuin gezet en er werd alleen nog door mij in geslapen, als ik mijn slaapkamer en mijn ouders zat was.

Vroeger reed je op de prachtige D809 door Séverac en vervolgens zakte je van de kalkplateaus (Causses) af naar Millau en verderop weer omhoog. Maar dan kon je heel veel pech hebben als er vrachtwagens voor je neus reden. Tegenwoordig neem je de A75 en zoef je zo langs Millau en over het gelijknamige viaduct van wereldklasse. In 2015 nam ik die D809 uit nostalgische overwegingen. Prachtige vergezichten zijn je beloning, vooral als je vanuit La Couvertoirade en La Cavalerie (beiden bekend van de Tempeliers) in het Zuiden naar Millau rijdt. Millau is by the way ook een aardige plaats.

Het indrukwekkende viaduct van Millau is van onderen en van verre goed te bekijken via de D 992 en vooral via de D41 richting Peyre.

Onder Millau ligt ook het plaatsje Roquefort-s-Soulzon en dat is echt geen mooie village, maar ze maken daar een hele beroemde blauwaderkaas. Daarom is het een moetje! We hebben een groot stuk Roquefort gekocht en later op de camping (St. Lambert even buiten Millau, aan de rivier la Dourbie) opgepeuzeld. Wegspoelen deden we met een heerlijke bijpassende zoete witte wijn. Hemels! Dank aan de vele schapen die op de Causses lopen te scharrelen.

De Dourbie heeft in het oosten een heuse canyon gesleten in het kalkplateau. Maar in al die jaren dat we in de Aveyron verbleven, kwamen we voornamelijk voor de rivier de Tarn. Deze slingert door meerdere departementen en ook door nummer 12. Op het stuk van Millau naar Le Rozier, dat net in Lozère (48) ligt hebben wij veel gekampeerd. In Aguessac, Pailhas, en Mostuéjouls zetten wij ooit onze tent op aan de Tarn. Vaak om deze verder te onderzoeken richting de Gorges du Tarn in 48.

Maar ook in de Aveyron is bijzonder veel te zien. Zo werden wij in het oosten verrast door het schattige Cantobre, dat als een adelaarsnest tegen en op de rotsen hangt.

Ten noordoosten van Millau ligt de Chaos de Montpellier le Vieux. Grillige rotsformaties op de Causse Noir. Helaas moet je voor toegang betalen en rijdt er tegenwoordig een toeristentreintje. Zo'n treintje is funest voor mijn mooiste herinneringen, die nog Franse eenvoud bevatten. Maar goed, voor de luie of slecht ter been zijnde mens, is dit natuurlijk eenn prima oplossing.

In het zuiden van 12 ben ik nooit geweest/is niet blijven hangen, dus gaan we verder via Lac de Pareloup. Een gigantisch groot stuwmeer in 't midden van dit departement, waar het grote toerisme nog niet echt op gang is, zo heb ik begrepen. Dus watersporters grijp je kans!

Verder naar het westen komen we bij Rodez aan en stuiten daar op de rivier de Aveyron. We volgen deze verder naar het westen tot helemaal aan Najac. Wat een ontdekking is dàt. Ik kwam daar in 2018 voor het eerst. Wat een fotogeniek plaatsje is dat zeg! De weg (D39) loopt helemaal vanaf de rivier, met camping Le Paisserou, schuin naar boven naar de eerste huizen van Najac, het centrum en nog verder naar boven naar de kasteelruïne. Die hebben we uiteraard ook bezocht en vanaf de toren heb je een overweldigend uitzicht over het dorp en de omgeving. Je mag wel een goede conditie hebben, wil je dit lopend doen.

Najac is ook geschikt als vertrekpunt voor zeer vele bezienswaardigheden in de departementen er naast en er onder.

In Villefranche-de-Rouergue hebben we een grote markt bezocht. Ook altijd leuk!

In het noordwesten vinden we Conques-en-Rouergue, Gorges du Lot, Estaing en Espalion ook zeer de moeite waard.

Entraygues-sur-Truyère herinner ik me uit 1988. Ik stond daar met mijn kersverse 1e echtgenoot op een stille camping in september en daar kwam een rat zo uit de rivier gekropen. Ik had mijn huwelijksreis toch iets anders voorgesteld!

Met mijn huidige partner Rob heb ik onvrijwillig in een hotel in St. Geniez-d'Olt geslapen in 2015. Lekker geslapen, dat wel en ook lekker gegeten in dit leuke plaatsje, maar de aanleiding was een pittige regenbui. Na een zonnige vakantie vertrokken we die ochtend van de camping in Millau naar huis, maar na 10 minuten begon het echt keihard te regenen. We zaten nog maar net op de A75 en toen begaven de ruitenwissers het. Rien! Ik kon de auto nog net de pechstrook op sturen. Je zag geen hand voor ogen, maar we hadden wel geluk dat er een praatpaal naast ons stond. Al was die monsieur aan de andere kant van de lijn nauwelijks te verstaan, door dat watergordijn.

Afgesleept naar St. Geniez-d'Olt dus, naar een plaatselijke garage. Lang leve de ANWB (die me niet voor het eerst heeft gered in Frankrijk). Overigens mogen zij de tolweg niet op, dus de sleepwagen was van regionale afkomst. Om half 8 die avond bleek de auto gerepareerd te zijn, maar toen hadden we al ingecheckt in een hotel en zaten we al aan 'n wijntje ;-)

Eigenlijk hadden we nog wel wat meer plaatsjes willen zien, die daar langs de rivier de Lot liggen te schitteren en eindigen op -d'Olt, maar dat is er tot nu toe nog niet van gekomen.

Ik kan wel zeggen dat de Aveyron zeer vele gezichten heeft en die zijn allemaal de moeite waard!