13 Bouches-du-Rhône (Provence-Alpes-Côte d’Azur)

 

Dit is het departement waar de rivier de Rhône via moeraslandschap (de Camargue), de Middelandse Zee raakt. Streek van Vincent van Gogh, de flamingo's, wilde stieren en paarden èn van de Romeinse invloeden. Saai als je niet van vlak houdt, maar très interessant als je van cultuur en nattigheid houdt. Alhoewel vlak? Er zijn toch nog wat Alpilles op ruim 300 m boven zeeniveau in het noordwesten en ik mag de Montagne Ste. Victoire in het oosten naast Aix-en-Provence ook niet vergeten. Oh, en je moet hier tegen de Mistral kunnen, die koude en harde noordenwind. Laten we helemaal in het noorden beginnen onder Avignon en daar Les Bouches-du-Rhône inzakken. On y va!

Via Barbentane met een Château dat nog bewoond is door een “echte” markies, gaan we naar Tarascon met eveneens een kasteel. Deze gluurt naar het kasteel van Beaucaire aan de overkant van de Rhône, net buiten de departementsgrenzen.

Dan rijden we over de D99 naar een gebied waar Michelin veel sterren gestrooid heeft en dan heb ik 't niet over restaurants (die er vast ook wel zijn), maar over plaatsen en plekken. Wat te denken van St. Rémy-de-Provence* met een klooster (St. Paul-de-Mausole), waar Vincent van Gogh ooit verbleef en de oude Romeinse plaats Glanum en zijn Antiques**. Je kijkt je ogen uit bij de overblijfselen van dit stadsdeel! Daaronder ligt Les Baux-de-Provence met zelfs 3 ***. Hier werd Bauxiet gevonden, maar is meer bekend omdat het zo fraai bovenop de Chaîne des Alpilles** ligt met kasteelruïne en al. In de oude Bauxietmijnen zijn Carrières de Luminières (klank- en lichtshow) te zien over de werken van onder andere de heren Van Gogh en Picasso. Met elk jaar een ander thema. Het schijnt spectaculair te zijn! Helaas ben ik net niet op deze plek geweest, omdat we in september 1996 op de dag dat we naar Les Baux gingen, de auto niet uit durfden, omdat het loeihard regende. Gelukkig heb ik al die andere sterren wel gezien.

We kampeerden toen op camping Les Pins in Fontvieulle ten westen van al dit moois. Vlakbij le Moulin de Daudet (vernoemd naar de schrijver), die geen ster heeft, maar van mij krijgt die mooie molen ‘m wel. Daaronder nog meer Romeinse overblijfselen van aquaducten en een Meunerie bij Barbegal. Dit is een prachtig restant van een groot watermolencomplex uit de 2e eeuw, waar ooit 16 molens in twee rijen water kregen aangeleverd via twee aquaducten uit de Alpilles, voor meelproductie.

De opgeknapte ruïnes van de abdij van Montmajour* domineren het vlakke landschap vlak voor Arles***. In deze fantastische plaats was ik in 1964 al voor het eerst als peuter en later ook als tiener en volwassene. Ik herinner me een folkloristische optocht, die daar elk jaar wordt gehouden. Fantastisch vond ik dat, al die prachtig verklede mensen. Onze Vincent had Arles ook een tijd als woonplaats. Eén van zijn schilderijen “Caféterras bij nacht”, is één van de weinige, waarvan het onderwerp nog steeds bestaat (aan de Place du Forum). Uiteraard hebben de Romeinen hier ook gewoond en gespeeld, getuige de nog vele tastbare herinneringen hier. Zoals bijvoorbeeld een supergaaf amfitheater, waar nog vaak stierengevechten worden gehouden, waarbij de stier niet gedood wordt. Les Alyscamps is een dodenallée, met graven vanaf de Romeinse tijd tot en met de Middeleeuwen. Ook zeer indrukwekkend!

Arles is de poort naar de Camargue, met zijn Marais (moerassen), rondom de Rhônedelta. De plaats Saintes-Maries-de-la-Mer* is dè andere eigenaar van dit gebied. Ik wilde als kind zo graag hier naar toe! Aanleiding was een film die ik op de lagere school had gezien in zwart/wit uit 1958(?): “Crin Blanc”. Het speelde zich af op de witte vlaktes van de Camargue en ging over een wit paard met een jongetje op zijn rug, dat moest vluchten voor foute mannen. Een spannend verhaal, dat eindigde nadat het paard mèt jochie in zee sprong. Tranen met tuiten natuurlijk! Helaas vond ik de Camargue in het echt een beetje tegenvallen, met iets minder wilde witte paarden en zwarte stieren achter hekken. Alleen die roze vogels liepen en vlogen vrij rond. Was het minder romantisch dan in de film of ben ik in 1987 op de verkeerde plekken geweest?

Ik ga door naar het westen en ga via het Étang de Berre (groot binnenmeer) met plaatsen zoals Istres, Martigues en Berre en kom uit in Marseille***, dat op bijna 1200 km van mijn Gouda ligt. In gedachten dan, want ik heb het gepresteerd om mijn hele leven nog nooit in Marseille te zijn geweest! Ik hou niet zo van hele grote steden en deze plaats is na Parijs, de grootste stad van Frankrijk en hoofdstad van dit departement. Ik ben wel gek op de beroemde plaatselijke vissoep, Bouillabaise ;-)

Ik ga liever kijken in het gezellige Cassis* dat er naast ligt met zijn prachtige blauwwaterige Calanques (fjorden). Dit hoort tot het Parc Nationale des Calanques (ik tel 7 van die fjorden). In 1983 stapten we in een boot om die kloven vanaf het water te zien. Erg leuk! De Route des Crètes (ruige kustweg) met prachtige uitzichtpunten tussen Cassis en La Ciotat is ook echt een aanrader.

Via Aubagne rijden we weer richting 't noorden, Of je pakt vanaf Gémenos de D2 naar Col d' Espigoulier* voor een beetje berggevoel. Vanaf Aix-en-Provence neem je de D10 voor nog meer montagnebeleving (Ste.Victoire) en daarna de D11 (smalle weg) om vervolgens een stuk langs de rivier Durance en departementsgrens richting het westen te rijden.

In 2016 ben ik voor het laatst in dit departement geweest. Ongeveer twee uurtjes! Voor een bezoek aan Abdij de Silvacane**, dat ook zeker de moeite waard is!