63 - Puy-de-Dôme (regio: Auvergne-Rhône-Alpes)

 

Begin mei 2014 had ik een werkvakantieweek in een prachtige Chambre d’ Hôte van kennissen in het noorden van departement Puy-de-Dôme. Een fantastisch departement met veel landschappelijke schoonheid en minstens 80 vulkanen. Even helemaal wat anders! Die B&B stond ergens in de middle of nowhere nabij het dorpje Blot l’ Église, ongeveer 900 km van huis en hemelsbreed 30 km ten noordwesten van Clermont-Ferrand. Ik kon meerijden met mijn ouders, die toch naar Zuid-Frankrijk gingen en zij bleven dan ook daar één nachtje slapen. Dat betekende dan wel dat ik die week geen auto had en ik alleen maar kon wandelen in de rust en stilte rondom de B&B. Dat was heerlijk, maar er moest ook geklust worden en af en toe zou ik paard gaan rijden. Gelukkig hebben mijn ouders en ik, voordat zij vertrokken, nog een beetje in de buurt rondgesnuffeld. Zo zagen we de ruïnes van Chateau Rocher en het nog gave kasteel van Chouvigny noordwaarts op de grens. Daarna zakten we af naast de rivier Sioule naar het zuiden. Deze rivier meandert hier en daar mooi in het groene landschap. Méandre de Queuille is sowieso schitterend. Voorbij Viaduc des Fades sloegen we af naar het oosten en reden het bovenste gedeelte van Parc Naturel Regional des Volcans d’ Auvergne binnen. Maar we bezochten geen vulkaan, wel een kasteel. Tournoël is een nogal grof uitgevallen fort, dat hoog op een rots boven het glooiende landschap uitsteekt.

Hier vlakbij liggen de plaatsen Riom en Mozac en in die laatste plaats bezochten we de Romaanse abdij uit de 6e/7e-eeuw. Weliswaar beschadigd door aardschokken in de 12e-eeuw is deze, weer opgeknapt, toch zeer de moeite waard.

De rest van de week was het bijna alleen maar heel koud (11 graden op het dieptepunt) en nat weer, dus vielen mijn geplande ritjes te paard letterlijk in het water. Er restten slechts klusjes. Na die week werd ik keurig afgeleverd door de twee eigenaressen bij het vliegveld van Clermont-Ferrand en ik vloog in no-time naar huis. Bij de start had ik weer een perfect uitzicht op Puy de Dôme, de vulkaan,  en het gelijknamige departement. Clermont-Ferrand is de prefectuur, ligt bijna in het midden van 63 en is onder andere bekend door bandenproducent Michelin. Maar ook door de Romeinse Mercuriustempel en door de slag bij Gergovia in 52 v.C. die gewonnen werd door Vercingetorix van de Romein Julius Ceasar. Er staat een pracht van een memorial bovenop het plateau van Gergovia met een machtig mooi uitzicht. Veel bebouwing is in deze stad opgetrokken uit, logisch, zwarte lavastenen.

In 1970 stonden we met de familie en bungalowtent op een camping in Murol. Dit ligt aan het schitterende Lac Chambon, vlakbij het gigantische kasteel en ongeveer 20 km ten zuidzuidwesten van Clermont-Ferrand. Als kind hadden we daar een fantastische tijd. In het kasteel mocht je overal op, af en onderdoor. Toen kon dat nog! Het had ook een mooi doorkijkje. Je keek zo op de vulkanen en dat tafereel heb ik in de jaren negentig, als muurschildering laten herleven in mijn toenmalige restaurant in Brabant. Ik ben dus ook een vulkaanmalloot! De laatste uitbarsting in dit gebied was in 4040 v.C., dus dan mag je wel aannemen dat het inmiddels veilig is!

In verschillende tijdperken beklom ik met broertjes of met partners de Puy de Dôme, Puy de Côme, Puy de la Vache, Puy Pariou en nog wel een paar. Allemaal behorende tot de Chaîne des Puys die ten westen van Clermond Ferrand liggen. Zo gaaf om te doen, maar wel zwaar af en toe. Supermooi om het ene moment in een, met groene bodem bedekte krater te lopen en een andere keer tegen een helling te klauteren, bedekt met losliggend bruin/zwart lavagesteente. En dan die vergezichten die je hebt, als je bovenop zo’n vulkaan staat. Ik weet niet wat het is, maar ik ben gek op die glooiende lavakoepels. Of had ik dat al gezegd?

Le Mont Dore en Puy de Sancy, ten westen van Murol, zijn ook voormalige vulkanen, maar toch enigszins van een veel grotere orde. Laatstgenoemde is met 1885 m. de hoogste van dit departement en van het Massif Central. Er gaan kabelbaantjes naar de top en het is samen met Super-Besse een wintersportoord. Bij le Mont Dore met z’n warmwaterbronnen wemelt het ook van de watervallen en ten zuiden van Puy de Sancy bevindt zich de bron van la Dordogne. Hier is ‘t nog een miezerig beekje in een landschap van giganten. Bij La Bourboule in het westen is de Dordogne al uitgegroeid tot een meter of 3 breed en hier vinden we ook een kuuroord met geneeskrachtig water. St. Nectaire ten oosten van Murol is ook zo’n kuuroord en ook nog bekend om z’n heerlijke kaas, gemaakt van de Salers-koeienmelk. Vijf km onder St. Nectaire wordt je verrast door allemaal gaten in een voormalige lavastroom. De Grottes de Jonas in St. Pierre Colamine. Zorg dat je goed ter been bent, want er zijn heel wat traptreden te nemen bij het bezoeken van die interessante holwoningen, fort, kapel en een bakkerij.

Als je vanuit Le Mont Dore de D985 naar het noorden pakt, dan kom je terecht bij twee enorme rotsblokken, Roche Tuilière en Roche Sanadoire. Als je dan precies tussen die twee doorkijkt, heb je een fenomenaal uitzicht op het vlakkere, maar toch golvende land daarachter. Echt top! Verderop rij je rechtdoor de D27 op en kom je uit in het plezierige plaatsje Orcival, dat wordt gedomineerd door een mooie Romaanse basiliek uit de 11e-eeuw.

Nog verder naar het noorden hebben we gekampeerd in Pontgibaud in 1992 en daar bezochten we het stoere kasteel. De camping bestond vooral uit een lieflijk grasveld, met paardenbloemen bezaaid. Maar die nacht was het kennelijk IJsheiligen, het was 12 mei, want we hadden het bizar koud in de tent. Zelfs twee lagen pyjama en een extra deken waren niet genoeg om het klappertanden te doen ophouden. Toen we bij daglicht de rits opentrokken, zagen we niet groen en geel, maar wel wit voor ons neus. Het had gewoon flink gevroren en de paardenbloemen waren intussen gemaaid.

In het oosten ligt Parc Naturel Régional Livradois-Forez, dat vooral geschikt is voor wandelaars en fietsers. Je geniet hier van flora en fauna in meren, bossen, bergen en leuke dorpjes. Het kasteel van Aulteribe, zo’n 20 km ten oosten van Clermont-Ferrand staat bekend als één van de meest mooi ingerichte kastelen van France. Je vindt hier prachtige wandtapijten en Chinees porselein. Hierboven ligt de plaats Thiers, dat een industrieel verleden heeft met messen, die hier van de 14e tot de 20e-eeuw werden vervaardigd. Sommige oude en verlaten fabrieken zijn weer omgetoverd tot functionele gebouwen (museum o.a.) met een hippe industriële look. Historisch Issoire ten zuiden van de hoofdstad ligt mooi aan de samenvloeiing van de rivieren Allier en de Couze. En als laatste is in ieder geval Ambert helemaal in het oosten, nog een bezoekje waard. Al is het alleen al om de bekende Fourme d‘ Ambert, het overheerlijke blauwschimmel koekaasje, met een fijn glaasje Côtes-du-Forez te proeven. Santé!

Er is in 63 echt zoveel te zien, het is te veel om allemaal te beschrijven!