65 - Hautes-Pyrénées (regio: Occitanië)
Hijgend sjouw ik achter de anderen aan in een overweldigend steil grijsgroen en desolaat, maar fenomenaal decor met staalblauwe lucht. Ik heb inmiddels een beetje spijt dat ik op sandalen de Pyreneeën probeer te bedwingen. Mijn voeten glijden nogal in mijn wandelsandalen en, oh jee….voel ik nou toch iets van een blaar? We stappen over een beekje heen, dat zich een weg naar beneden baant tussen de rotsige stenen, waar het voetpad amper nog in is te herkennen. We bevinden ons ver boven de 2000 m hoogte in het fantastische Cirque de Gavarnie. ‘Wij’ zijn in dit geval: mijn 2e echtgenoot EW, onze nieuwe Franse vrienden Benjamin et Aurélie en ik. Echt iedereen hier, draagt bergschoenen en heeft wandelstokken… Behalve wij twee!
In september 2005 ontmoetten wij die jonge mensen op camping Les Cascades in Luz-St. Sauveur in het mid-zuiden van de Hautes-Pyrénées. Het klikte en zij maakten ons warm voor een pracht van een bergbeklimming in het keteldal van Gavarnie op de grens met Spanje. Het zou niet de aller moeilijkste beklimming worden, maar wel ’n beetje pittig. Dus wij, altijd in voor een leuk avontuur, stemden al snel in. Het was prachtig en warm weer de volgende dag en het eerste gedeelte werd nog vanaf Gavarnie (1365 m) met de auto afgelegd. Daarna volgde de, hier nog niet zo steile, wandeling ver boven de boomgrens in marmottenland. Er was helaas geen marmot die wilde poseren voor mijn camera. Het doel was Brèche de Roland, een gat dat als een tand uit een reuzengebit ontbreekt in de bergkam, die de natuurlijke grens is tussen Frankrijk en Spanje op ongeveer 2800 meter hoogte. Die tand zou dan ca. 100 bij 40 meter zijn geweest. In werkelijkheid (nou ja, in de legende) was Roland een ridder in het leger van Karel de Grote en hij had, lang verhaal kort, met zijn zwaard een bres geslagen in dit stuk, zodat de rest van het leger kon ontsnappen.
Eerst was Refuge Sarradets (berghut) het doel, dat ruim 200 meter lager ligt, daar aten en dronken we wat, om het daarna alleen aan Benjamin over te laten om die laatste steile 230 meter te klunen over losliggend rotspuin. Wij waren kapot, net als mijn blaren, maar ik had het niet willen missen! Wel misten we dus het panorama over Spanje.
Mijn voeten vonden het de volgende dag weldadig om vanaf de rug van een paard, ditzelfde gebied te ontdekken, maar dan op iets meer afstand van de Cirque. Dit geeft ook weer een pracht beeld van het door gletsjers uitgesleten keteldal in z’n geheel met als hoofdact de waterval van ruim 420 meter lang. Het blijkt de hoogste waterval van Europa te zijn en het begin van rivier Gave de Gavarnie, later Gave de Pau. Het iets oostelijker gelegen Cirque de Troumouse schijnt ook très jolie te zijn, maar we zijn er niet aan toegekomen. Vroeger moest je hier op het laatste stuk tol betalen, maar dat is per 2019 opgeheven. Nog iets verder naar ‘t oosten ligt voor motorvoertuigen de enige verbinding met Spanje in dit 65e departement, de Tunnel d’ Aragnouet-Bielsa. Hiervandaan reden we richting St. Lary-Soulan door prachtig berg- en wintersportlandschap naar Arreau. Vlak daarna pakten we de D918 en stuurden over de Col d’ Aspin (1489 m) via Vallée de Campan en La Mongie over de Col du Tourmalet (2115 m). We hadden respectievelijk bewolkt, mistig en zwaar regenachtig weer. Zelfs Pyreneese berghonden, die we tegenkwamen zagen het niet meer zitten. Het zicht was dus penibel en beperkt, ook Pic du Midi de Bigorre van 2877 m hoog zagen we niet staan. Dommage!
In het zuidwesten ligt Cauterets een gezellige en geneeskrachtige bergplaats, goed tegen reuma en luchtwegproblemen. De omgeving is wild en vrij, mede dankzij de weigering van Cauterets om de daar aanwezige meren in te tomen en dus te stuwen. Ook is het een bekende wintersportplaats. De prachtige Pont d’ Espagne onder deze plaats is beroemd als loopbrug over een diepe kloof en vroegere toegang tot Spanje. Geweldig om hier te wandelen in de Val de Jéret en naar het Lac de Gaube met de hoge Pyreneese bergreuzen (o.a. de Vignemale met 3300 m. hoogte) als toezichthouders.
Vanaf Cauterets reden we naar het noorden door Argelès-Gazost (kuuroord en fietshoofdstad van de Pyreneeën), naar nog een bijzonder fenomeen hier in 65, Lourdes. Het beroemde Lourdes is de grootste Katholieke bedevaartsplaats van Europa, waar halverwege de 19e-eeuw ene Bernadette in een nabijgelegen grot diverse verschijningen zag van Maria. En waar het water uit de bron heilig en geneeskrachtig verklaard is. Lourdes heeft sindsdien minstens 70 wonderbaarlijke genezingen op naam staan. De loftuitingen daarvan vind je overal in de kerk gebeiteld op speciale wanden. Het water uit de bron komt tegenwoordig uit kranen met drukknopje rondom de grot. Je kan er bidden en enorme kaarsen branden, want ‘Deze kaars zet mijn gebed verder’. Ik meen dat die kaarsen niet gratis waren. Onnodig om te zeggen dat het hier enorm druk is met toeristen, pelgrims en mensen die genezing zoeken. En de souvenirwinkels maken er mijns inziens een circus van. Maar merveilleux, je zal maar opeens weer kunnen lopen, na jarenlang in een rolstoel te hebben gezeten! Ik vergeet bijna het 14e-eeuwse kasteel van Lourdes, dat boven al die heiligdommen verrijst en een mooi uitzicht heeft over de stad en de Pyreneeën. Hoofdstad Tarbes ligt noordelijk hiervan en hier in het gezellige centrum op een terrasje kunnen we even rustig bijkomen van de enorme drukte van Lourdes en beseffen dan het nog zo’n 1300 km naar huis is. Maar we gaan nog niet naar huis!
Onder Bagnères-de-Bigorre, bijna in het midden van 65 wandelden we nog in de Vallée de Lesponne aan de voet van de majestueuze Pic du Midi de Bigorre, die we deze keer wel mochten aanschouwen, want het was schitterend weer. Die mooie blauwe lucht moest even later wedijveren met het Lac Bleu, dat zelfs nog fantastischer aquablauw lag te shinen te midden van de Pyreneese bergreuzen.
Natuurlijk is hier nog veel meer spraakmakend moois te zien, maar er lopen maar weinig wegen in de bergen, dus veel moet te voet afgelegd worden en dat kost tijd. Tijd die ik hopelijk nog eens ga ontvangen en dan ga ik zeker hier weer terug komen. Want slechts 1x in je leven de Hautes-Pyrénées aandoen, is echt not done! Bovendien is het al weer veel te lang geleden. À bientôt 65!