69 - Rhône (regio: Auvergne-Rhône-Alpes)

 

In 1984 kropen we traag als een slak over de N6 (nu D306) het departement Rhône binnen, om met onze Chevrolet Monza bij een GM-garage in Villefranche-sur-Saône te stranden. De garage was met vakantie, zo las een briefje op de deur. “Merde! Wat nu?” Mijn vriend Perry had perse een Amerikaanse auto gewild en daar waren we nu net 2 dagen mee op vakantie in Frankrijk. Maar die morgen begon de tweedehandse Monza te piepen bij het rechtervoorwiel. Dat probeerden we te negeren, maar het liet zich gedurende die morgen nog veel luider horen, dus dat was geen optie meer. We kwamen erachter dat het ook invloed had op de remmen. Dus stopten we bij een vrij grote garage in Macôn, waar wij te horen kregen, dat ze ons niet konden helpen. Maar er was een heel goede garage in Villefranche, die het probleem vast en zeker kon oplossen. Enfin, met 30 km per uur, want harder durfden we niet, reden we daar naar toe en bàm, daar stonden we dan geparkeerd tegen een muurtje. Die remmen deden hun naam geen eer meer aan!

Die dag maakte ik voor het eerst mee, dat de ANWB je beste vriend kan zijn. De auto werd ‘s middags op een sleep/takelwagen geduwd en naar een echte garage in Lyon vervoerd. En wij konden op zoek naar een hotel, wat niet heel moeilijk was in het grote Villefranche. Hotel de Bourgogne werd het en daar was het reuzegezellig met wat leeftijdgenoten, waaronder de eigenaars. We maakten vrienden die dag en dat kwam goed uit, want zonder auto kom je niet ver in zo’n stad, dus werden we af en toe ergens heen gebracht, die komende wachtdagen. Jaja, de onderdelen (wiellager en rem) moesten helemaal uit de VS komen, dus dat kon nog even gaan duren. Ondertussen leerden wij Villefranche, mooi gelegen aan de Saône, steeds beter kennen. Vooral de plaatselijke horeca, want ons hotel serveerde slechts een echt Frans ontbijt en kenners weten, dat dat niet heel veel voorstelt….

De Saône is hier best breed en er mag niet in gezwommen worden, dus konden we alleen een beetje zonnebaden aan de oever. Deze rivier stroomt verderop door Lyon heen, totdat deze ergens in het centrum gezelschap krijgt van de machtige Rhônerivier. Daar kwamen we na drie dagen achter, toen we per trein arriveerden in Metropool Lyon. Aldaar bleek dat de inmiddels aangekomen onderdelen, nog wel even in de auto gemonteerd moesten worden, wat betekende dat we nog een dag moesten wachten. Al weer overnachten in een hotel dus, genieten van Lyon bij dag en ‘s avonds van de gastronomische hoogtepunten waar deze stad zo om bekend staat. Dat laatste viel dus tegen, je moest natuurlijk wel een culinair verantwoord restaurant kunnen vinden. We hadden toen nog geen internet, laat staan een smartphone.

Lyon is niet alleen groot en soms lekker, maar ook fraai. Ik ervaar zelfs een vleugje Italiaanse grandeur. Het staat ook bekend om de beruchte tunnel Le Fourvière, een fileknooppunt in het centrum, waar ‘zwarte zaterdagen’ onder andere hun naam aan hebben ontleend. Ook ik stond daar eens vast, maar nooit weer! Vroeger had je niet veel keus, maar tegenwoordig kan je ook helemaal ten oosten van Lyon  de A46, N346 en weer de A46 pakken en zo die stad omzeilen. Overigens heb ik het in september 2024, toch weer eens aangedurfd om door die tunnel te rijden. Weliswaar met behulp van Google Maps, maar het mag gezegd: het viel enorm mee. Lyon ligt op circa 900 km van mijn Gouda en was tot 2015 de hoofdstad van dit departement. Maar daarna werd deze metropool zelf een departement. Die noemen we 69M en de rest van 69 heet D. Het is maar dat je het weet.

Langs de Rhône en ten zuiden van Lyon, rijdt je het departement ter hoogte van Givors weer uit. En dat deden we in 1984, inmiddels 1500 gulden armer, maar wel eindelijk op de Route du Soleil op weg naar de Provence!

Er is nog meer lekkers in 69D. In het noorden ligt in het verlengde van de Bourgogne, de Beaujolaisstreek. Hier komen behoorlijk goede wijnen vandaan, allemaal gemaakt van de Gamaydruif. Wie heeft er naast Beaujolais en Beaujolais-Village niet gehoord van de 10/11 eigen Cru’s? Klinkende (plaats)namen zijn dat: Saint-Amour, Juliénas, Chénas, Moulin-à-Vent, Fleurie, Chiroubles, Morgon, Régnié, Brouilly en Côte de Brouilly. Uiteraard komt hier ook de Beaujolais Primeur vandaan, die al in november op de markt komt. Maar dat is een wijn voor beginners, zoals ik ooit. Later denk je dat het limonade is…. Al kan je over mijn smaak niet twisten naturellement!

In Fleurie heb ik in 2004 gekampeerd met zicht op de eindeloze druivenranken in het glooiende landschap. Verder is het niet heel erg spectaculair, maar ik ben er maar een dag geweest. In maart 2001 logeerden we in een hotel in Belleville en de volgende dag onderweg naar de Alpen voor wintersport, zagen we behoorlijke overstromingen van de Saône in de buurt van Anse.

Voor de rest is departement Rhône ook voor mij nog een mysterie. Dus plaatsen als St. Romain-en-Gal (Romeins archeologische vindplaats), een gedeelte van het Parc Naturel Régional du Pilat, het bijna 1000 meter hoge Signal de St. André en de Monts du Lyonnais in het zuiden staan op een toekomstig programma. Zo ook het hooggelegen Ternand (Petit Cité de Caractère), Oingt (Les Plus Beaux Villages de France) en het nabijgelegen Bagnols in het land van de Gouden Stenen. Die  bouwwerken met gouden stenen, nestelen zich in het noorden onder de Beaujolaisstreek. Ten noordoosten van Lyon bevindt zich een fraai recreatiepark ‘Grand Parc Mirabel Jonage’ met meren, strandjes en bossen. Ten zuidwesten van deze stad moet het Aqueduc du Gier ook erg indrukwekkend zijn.

Terug in 1984 reden we na twee weken weer dezelfde weg retour via Villefranche-sur-Saône. We moesten natuurlijk even langs gaan bij onze nieuwe vrienden van het hotel, om verslag uit te brengen. We werden getrakteerd door de familie op een ‘eenvoudige’ maaltijd van Bourgondische afmeting, die op slag al die armzalige hotelontbijtjes goed maakte. Een prima afsluiting van dit 69e departement.